Paragrafen

Paragraaf Financiering

Inleiding

De financieringsfunctie dient uitsluitend de publieke taak. Het beleid valt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Centraal in deze Wet staan transparantie en risicobeheersing. Om inzicht te geven in de manier waarop de gemeente dit doet en een beeld te geven van de stand van zaken gaan we in deze paragraaf in op de ontwikkelingen rond de gemeentelijke financiering, het te voeren beleid op dit gebied en de risico’s die we daarbij lopen.  
Het treasurystatuut is verankerd in artikel 15 van de Financiële beheersverordening 2014 en bevat de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten.

Welke ontwikkelingen spelen er?
Rente ontwikkelingen
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in maart 2016 de basisherfinancieringsrente verlaagd naar 0,00%. T/m juli 2023 is deze rente in een aantal stappen verhoogd naar 4,25%. De basisherfinancieringsrente is de rente waartegen banken, voor de duur van één week, geld kunnen lenen van de centrale bank. Momenteel (juli 2023) bedraagt de geldmarktrente voor aan te trekken driemaands kasgeldleningen 3,42%. De vergoedingen bij het Schatkistbankieren staan op 3,41%. De kapitaalmarktrente voor aan te trekken leningen voor looptijden van 5 en 10 jaar zonder renteherziening bedraagt momenteel resp. 3,54% en 3,36%. De verwachting is dat deze rentetarieven iets zullen stijgen.

Gemeentelijke ontwikkelingen
Gezien de investeringsvoornemens zal de benodigde hoeveelheid kort geld en lang geld in 2024 toenemen, waarbij de kasgeldlimiet zal worden overschreden. Hiervoor zal deels  lang geld moeten worden aangetrokken als er langer dan 3 kwartalen een overschrijding van het kasgeldlimiet is.

Liquiditeitsprognoses
Wekelijks stellen we liquiditeitsprognoses voor de korte termijn op om tijdig in te spelen op schommelingen in de liquiditeit. Jaarlijks stellen we een à twee liquiditeitsprognoses op met een horizon van vier jaar.

Garantiestelling leningen en verstrekken van leningen
Ons beleid is leningen of garanties uit hoofde van de 'publieke taak' alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd. Daarbij winnen we vooraf informatie in over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij. Indien een andere voorziening beschikbaar is, verstrekt de gemeente uitsluitend aanvullend een lening of garantie.

Risicobeheer
Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico’s. In het treasurystatuut zijn richtlijnen en limieten opgenomen, die de basis vormen voor alle transacties op dit gebied. Ons beleid is voornamelijk
 gebruik te maken van veilige en inzichtelijke financiële instrumenten.

De Wet Fido geeft normen voor het beperken van risico’s. De belangrijkste risicocategorie is het renterisico, waarvan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm belangrijke richtlijnen zijn ter beperking van renterisico’s.
De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd tot één jaar. Het totaal van deze leningen mag niet meer bedragen dan 8,5 % van de totale lasten op de begroting. De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd vanaf één jaar.
De verplichte aflossingen en renteherzieningen op deze leningen mogen niet meer bedragen dan 20 % van de totale lasten op de begroting. Het doel van deze normen is het risico te beperken wanneer bij herfinanciering van de leningen een rentestijging leidt tot financiële problemen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het wettelijke maximum aan leningen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet staat toe om in 2024 de financieringsbehoefte tot een bedrag van € 6.3 miljoen te dekken met kortlopende leningen. Zodra wij deze limiet voor een langere periode (meer dan een half jaar) dreigen te overschrijden, trekken wij een langlopende lening aan of vragen wij (onderbouwd) toestemming aan de provincie om gedurende een bepaalde periode de limiet te mogen overschrijden.

Kasgeldlimiet    (bedragen x € 1.000)                                                            

2024

2025

2026

2027

Begrotingstotaal lasten

85.815

71.214

70.754

70.903

Maximaal toegestane kasgeldlimiet (8,5% van begrotingstotaal lasten)

7.294

6.053

6.014

6.027

Gemiddeld saldo vlottende korte schuld en vlottende middelen

4.500

4.750

4.500

4.500

Ruimte onder kasgeldlimiet

2.794

1.303

1.514

1.527

Renterisiconorm
De renterisiconorm bedraagt voor 2024 € 15,1 miljoen. De verwachting is dat we voor de komende jaren onder de renterisiconorm blijven.

Renterisiconorm

2024

2025

2026

2027

1

Renteherziening op langlopende schuld o/g

0

0

0

0

2

Te betalen aflossingen

3.901

4.224

4.675

4.927

3

Renterisico (1 en 2)

3.901

4.224

4.675

4.927

4

Renterisiconorm

17.163

14.243

14.151

14.181

5a

Ruimte onder risiconorm

13.262

10.019

9.476

9.254

5b

Overschrijding risiconorm

4a

Begrotingstotaal lasten

85.815

71.214

70.754

70.903

4

Renterisiconorm 20% van begrotingstotaal

17.163

14.243

14.151

14.181

Financieringsbehoefte

Per 1 januari 2024 houden we boekhoudkundig rekening met een financieringsoverschot van € 4,2 miljoen. (2023: € 1 miljoen). Dit is een uitkomst van de geprognosticeerde balans. Er is een meer gedetailleerde liquiditeitsprognose voor de lange termijn gemaakt op basis van verwachte inkomsten en uitgaven gedurende 2024 t/m 2027.

Financieringsbehoefte

1-1-2024

1-1-2025

1-1-2026

1-1-2027

1

Reserves en voorzieningen

24.132

31.831

28.666

23.942

2

Langlopende leningen

94.567

81.985

85.761

91.085

3

Totaal vaste financieringsmiddelen

118.699

113.816

114.427

115.027

4

Boekwaarde investeringen, incl. voorraden grond

114.497

118.145

118.234

118.656

5

Financieringstekort/overschot (3 – 4)

4.202

-4.329

-3.807

-3.629

Verstrekte leningen

Ons beleid is leningen en garanties alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd uit hoofde van de publieke taak. Wij gaan hier terughoudend mee om, waarbij garantieverlening de voorkeur heeft.

Verstrekte leningen

Begin

Aflossingen

Eind

Bedragen x € 1.000

2024

2024

Stichting Jenaplanscholen

4

1

3

FC Lisse

105

15

90

Stg. Expl. Gebouw 't Speelkwartier

233

233

Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVn)

3.099

3.099

Hypotheken gemeentepersoneel

1.629

500

1.129

Totaal

5.070

516

4.554

Rentemethodiek
In het BBV is opgenomen dat de paragraaf financiering van de begroting en jaarrekening naast de beleidsvoornemens en het gerealiseerde beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook verplicht inzicht moet geven in:

- de rentelasten uit externe financiering
- het renteresultaat
- de wijze van rentetoerekening

Door onderstaand overzicht en toelichting in de paragraaf financiering op te nemen wordt invulling gegeven aan deze verplichting.

Renteomslag

1-1-2023

1-1-2024

1-1-2025

1-1-2026

1-1-2027

Restant korte financiering

4.500.000

6.000.000

5.500.000

5.500.000

5.500.000

Restant lange financiering

80.571.000

81.978.000

85.754.000

91.078.000

93.901.000

Totaal externe financiering

85.071.000

87.978.000

91.254.000

96.578.000

99.401.000

Gewogen gemiddeld rentepercentage externe financiering

2,0%

1,5%

1,5%

1,5%

1,5%

tbv rente eigen vermogen (nvt)

a1. De externe rentelasten over de korte financiering

+

0

0

0

0

0

a2. De externe rentelasten over de lange financiering

+

1.769.748

1.599.802

1.514.731

1.343.072

1.343.072

b.   De externe rentebaten

-/-

99.195

133.695

133.695

133.695

133.695

     Totaal door te rekenen externe rente 

1.670.553

1.466.107

1.381.036

1.209.377

1.209.377

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

0

0

0

0

0

c2. De rentelasten van projectfinanciering

-/-

0

0

0

0

0

c3. De rentebaten van doorverstrekte leningen (projectfinanciering)

+

0

0

0

0

0

     Saldo door te rekenen externe rente

1.670.553

1.466.107

1.381.036

1.209.377

1.209.377

d1. Rente over eigen vermogen

+

0

0

0

0

0

d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)

+

0

0

0

0

0

     De aan taakvelden toe te rekenen rente

1.670.553

1.466.107

1.381.036

1.209.377

1.209.377

e.  De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-/-

1.888.330

1.512.832

1.642.802

1.649.799

1.655.925

f.   Renteresultaat op het taakveld treasury

-217.777

-46.725

-261.766

-440.422

-446.548

Boekwaarde activa tbv renteomslag, excl. verstrekte leningen

98.915.000

112.415.000

112.504.000

112.926.000

111.556.000

Omslagrenteberekening

1,69%

1,30%

1,23%

1,07%

1,08%

Na afronding

2,00%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

EMU-saldo en de Wet HOF

De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) bevat een richtlijn over de tekortnorm voor de decentrale overheden. Dit houdt in dat aan de kasstroom van de lagere overheden gezamenlijk (het EMU-saldo, waarbij EMU staat voor Economische en Monetaire Unie) een maximum is gesteld. Dit is voor iedere gemeente vertaald in een zogenoemde referentiewaarde (fictief aandeel). Voor Lisse bedraagt deze waarde ± € 2,3 miljoen. Aan eventuele overschrijdingen zijn nog geen sancties verbonden.

Overzicht EMU-saldo

Sinds 2006 zijn gemeenten verplicht een raming van de eigen bijdrage aan het EMU-saldo op te nemen. Aanleiding hiervoor was de overschrijding van de norm van het EMU-tekort van 3 procent waarmee Nederland in het verleden werd geconfronteerd. Om de cijfers tussen verschillende landen goed te vergelijken, zijn in de Europese Unie afspraken gemaakt over de wijze van berekening van het EMU-saldo.
Het EMU-saldo wordt berekend op kasbasis, dus de feitelijke geldstromen die in een jaar plaatsvinden. Een negatief EMU-saldo wil niet zeggen dat de gemeente onmiddellijk een probleem heeft, omdat de gemeente werkt met het baten- en lastenstelsel. Zie het overzicht ‘Financiële positie’ in deze begroting.

Geprognosticeerde balans

Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo schrijft het nieuwe BBV een geprognosticeerde balans voor. Met het opnemen van een geprognosticeerde balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte. Dit zorgt ervoor dat er in de beleidsvoorbereiding, de sturing en beheersing meer aandacht is voor het EMU-saldo. Zie het overzicht ‘Financiële positie’ in deze begroting.

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2023 15:50:55 met de export van 11/10/2023 15:42:32